Ze schieten als paddenstoelen uit de grond, kerkdiensten voor en met Oekraïners. Maar wat moeten we ermee?
Ik bedoel: het is niet dat je ‘s middags je kerkgebouw openzet voor vluchtelingen uit Oekraïne om met hen een kop thee te drinken en een gezellig ontspannen moment te hebben. “Kunnen we je ergens mee helpen? Heb je kleren nodig? Geld? Maak je je zorgen over je familie daar? Waar doe je de was?”
Nee, het moet een kerkdienst worden. Met Bijbellezen en gebed. Compleet dus.
Ik zie veel vragen maar zou zo een-twee-drie geen antwoorden weten. Ten eerste zijn er meer vluchtelingen in ons land dan de welkome Oekraïners. Velen van hen hebben het uitermate slecht. Krijgen vaak te horen dat we hen liever zien gaan dan komen, en liever vandaag dan morgen. Dit zou je kunnen rechtvaardigen met het argument dat we altijd voor opvang in de regio zijn en voor Syriërs is dat dan een andere regio dan voor Europeanen als deze vluchtelingen uit Oekraïne. Beetje gekunsteld, wel.
Dus wat hebben Oekraïners dat bijvoorbeeld Syriërs niet hebben in ons land? En hoe breng je dat in je gebed tot zijn recht? Hoe voorkom je vooral in de Bijbellezing of in de preek dat je een godsbeeld creëert waarbij God het beter voorheeft met Oekraïners, beter in elk geval dan met andere vluchtelingen?
Vervolgens zijn er vele Oekraïners niet in staat om hierheen te vluchten. Er zitten ook vrouwen en kinderen in een kelder onder een staalfabriek, die zeker-weten dood zullen gaan. Gaan we God danken voor de Oekraïners hier? En wat doen we dan in dat dankgebed met de vrouwen en kinderen die in die kelder hun martelende einde tegemoet gaan? En welk Godsbeeld doemt daarbij op?
Ik ben in hoge mate atheïst geworden. Volgens mij bega je alleen maar wrede ongelukken met een suggestie dat er een almachtige God zou bestaan die dingen “regelt” en die dus voor de ene Oekraïner iets anders in petto heeft (iets uit zijn Vaderhand) dan voor de ander, waarbij je voor de één een dankdienst houdt en met de ander geen raad weet. Of maar liever verzwijgt.
Is de voorliefde voor Oekraïners, en het vele vlaggen met geel-blauw, niet ingegeven door onze bewondering voor hun strijd? Is hun strijd niet die van ons? Zij bestrijden de Russen, en was dat volk niet decennialang het vleesgeworden kwaad? Is het vergoten bloed van Oekraïners niet vergoten om Satan te weerstaan? Zodat zij om die reden op onze liturgische support kunnen rekenen? Maar waar blijft dan de realiteit die zegt dat wijzelf evenzeer een instrument in handen van zoiets als Satan kunnen zijn, evenzeer als de Russen? Aan de zuidgrens van ons Joods-Christelijke Continent (sorry aan de synagoge, maar zo noemen we het) sterven namelijk dagelijks ontelbare vluchtelingen de wrede verdrinkingsdood. Ook vrouwen en kinderen. In wanhoop.
Is een Christelijke beschaving die het nodig heeft om de meest bloederige grens ter wereld in de lucht te houden niet evenzeer een instrument in handen van Satan?
Maar wat mij vooral stoort is de gretigheid om kerkdiensten te maken. Ik heb zomaar het idee dat de motor daarvan een lijden aan urgentieverlies is. Hoe welkom zijn de Oekraïners (dat zijn ze wat mij betreft) om daarmee aan de Nederlandse samenleving en aan de “Borissen van der Ham” te laten zien: “Kijk maar: hoe goed is het dat de kerk er nog altijd is!”
Want als dat laatste ook maar enigszins het geval zou zijn, nogmaals, het is een vraag en ik weet het niet, dan zouden de Oekraïners gebruikt, of misbruikt, worden voor een intern kerkelijk probleem, waarmee de kerk het definitieve blijk van volstrekte overbodigheid nog even voor zich uit denkt te kunnen schuiven, maar in werkelijkheid wellicht met een sneltreinvaart naar zich toe trekt.
“Wer nicht fúr die Juden schreit, darf nicht Gregorianisch singen.”
Helemaal mee eens, Jurgen!!! Prima dat je deze vragen stelt.