Hoe wurmen wij ons door dat nauwe poortje? (Lukas 13: 18-30)
Hoe meer ik het evangelie lees hoe meer ik de stem van Jezus erin hoor.
En hoe meer ik de stem van Jezus hoor hoe meer ik ervan overtuigd begin te raken dat hij gelooft in een God, die alle mensen tot hun bestemming wil brengen of ze dat zelf nou in de gaten hebben of niet.
En díe God noemt hij: Onze Vader. En ik wil met Jezus mee leren geloven in diezelfde God.
Is dat moeilijk? Nee, want het is niet ingewikkeld. God houdt van mensen, alle mensen. En dat wil ik geloven.
Dat is alles. Het is éénvoudig.
Dus het is simpel? nee, het is niet simpel. Eenvoudig is niet hetzelfde als simpel. Eenvoudig is dat het om één ding draait. Dat het niet van alles en nog wat door elkaar is, maar uit één stuk.
Maar simpel heeft iets niemandallerigs, en dat heeft de bijbelse boodschap niet. Het is uiterst fundamenteel. Het probleem is altijd: hoe werkt het? “Houden van” kun je namelijk niet verplichten. “Je moet houden van” Oh, Wanneer? Vanaf nu. Van wie moet ik dan houden? Van iedereen.
Dat kan niet. Maar hoe werkt het dan wel?
Dat is het geheim van het kruis, zou ik willen zeggen. Veel mensen hebben tegenwoordig een beetje hekel aan dat kruis van Christus. Ze hebben het idee dat het kruis hen in de zonde neerdrukt. En ik kan dat wel begrijpen want zo heeft het kruis wel vaak dienst gedaan in de christelijke prediking. Als zonden-doen-kennen-middel.
Mensen ervaren dat als een last, die kruisprediking en hebben die last van zich afgeworpen. Liever zonder.
Hier in de kerk is doorgaans ook geen kruis te zien. Maar dat vind ik wel jammer. Want wellicht gooien we dan het kind met het badwater weg.
Want Jezus is niet aan het kruis gestorven omdat wij mensen zijn om voor door het vuur te gaan… Het is uit liefde!
Alleen uit liefde. En zo houden we van andere mensen. De liefde van Jezus is in staat ons te veranderen. Onze liefde is geen opdracht die we moeten vervullen of een last die we hebben te tillen. Het is een verandering ten goede die door de liefde van Jezus teweeg wordt gebracht. Zo werkt dat nu eenmaal, met liefde.
Dat is niet geheimzinnig of zo, of buitenissig. Integendeel. Ik las ooit een onderzoek waarin werd gesteld dat pasgeboren baby’s, als ze geen enkele liefde ervaren niet kunnen opgroeien en zelfs de kans lopen om te overlijden.
Maar wat nu als ik die liefde niet ervaar? Als ik het niet voel? Dat kán! Dat je leven zo in zwaar weer terecht gekomen is, dat je huwelijk zo beroerd is of de opvoeding van je puberende kinderen zo zwaar of de burenruzie zo hardnekkig… Dat je je diep ongelukkig voelt en nu het liefst tegen mij zou zeggen: u hebt mooie praatjes, maar ik merk er niks van.
Dan zou het misschien kunnen helpen door gewoon naar het kruis te kijken en te beseffen dat God van jou houdt. Wat er ook aan de hand is in je leven. Of mis is.
Want dat is echt de boodschap van het kruis. Niet dat jij slecht bent, of minderwaardig. Nee juist omgekeerd: dat jij de moeite waard bent!
Maar nu verzeilen we onmiddellijk in een volgend probleem. Er komen weleens mensen bij me -meer dan één dus u hoeft zich niet aangesproken te voelen- die tegen mij zeggen, of aan mij schrijven in een brief of e-mail: dominee, u doet altijd net of het met iedereen goed komt. God houdt van alle mensen; en dat zou dan zomaar gaan? En dan denk ik: Ja, ik ben bang dat Gods liefde groter is dan wij weleens waar willen hebben.
Daar gaat ons verhaal over, dat vanmorgen op het rooster van de kindernevendienst staat. Er komen mensen bij Jezus. En iemand vraagt hem: Zijn het er weinigen die worden gered? En Jezus zegt geen ja. Maar ook geen nee. Hij zegt: doen jullie, die ervan uit lijken te gaan dat het hemelse koninkrijk bedoeld is voor de elite, voor een uitgelezen groep, -doen jullie nou vooral maar je best om door de deur naar binnen te komen. Maar ik moet zeggen: je hebt er wel een heel klein deurtje van gemaakt. Iemand moet wel van heel goede huize komen om daardoor naar binnen te kunnen.
Tenminste zo versta ik het, wat Jezus zegt. Ik denk dat hij dat bedoelt…
Jullie hebben de blijde boodschap voorzien van allerlei mitsen en maren, voorschriften, regels, clausules. Zo, dat het nauwelijks nog een blijde boodschap is. Velen, die gevoelig zijn voor zulke hel-en-verdoemenis preken zullen trachten door jullie deurtje naar binnen te gaan,
maar zullen het niet kunnen. Ze moeten zich dan namelijk aan zoveel voorwaarden onderwerpen, dan mogen ze dit niet, en dat niet… Dat houden ze nooit vol, zulke hoge morele eisen.
En ze worden al snel door jullie vromen uitgemaakt voor ongehoorzamen, ketters, en verkrachters van Gods wet, Gods boodschap. Maar ga vooral zelf door jullie kleine en krappe deurtje naar binnen, want, zoals jullie steeds benadrukken in jullie prediking, jullie dogmatiek, wanneer eenmaal de deur gesloten wordt door de heer des huizes, dan komt er niemand meer in.
Nou fraai, maar pas nou maar op dat jullie het niet zijn, die dan buiten blijken te staan. Want dan helpt het je niet meer om te herhalen wat je nu steeds beweert tegenover die mensen waarvan jullie menen zeker te weten dat ze verloren gaan en dat ze eeuwig buiten zullen blijven. Dan helpt het niet meer om te beweren dat jullie liturgie hebben gevierd in mijn nabijheid. Dat jullie toch gegeten en gedronken hebben, brood en wijn tot je genomen met mij erbij en zij allen erbuiten. Dan helpt het niet als jullie herhalen dat ik uitsluitend in jullie straatje zou hebben gepreekt, en niet in de vele steegjes van de schare, die volgens jullie de wet niet kent. En de boodschap van de bijbel verkrachten. Wat overigens klopt. Zij kennen de wet niet, de verloren massa. Zij leiden een leven waar geen eer aan te behalen is. Ze hebben namelijk de grootst mogelijke moeite om hun hoofd boven water te houden. Ze hebben namelijk nauwelijks te eten.
En voor hoogstaande godsdienstige moraal is een beetje welstand wel noodzakelijk. Maar hun kinderen lopen in lompen en schooien op straat en beroven voorbijgangers van hun portemonnee en schieten met hun katapulten de mussen uit de dakgoot om zo nog wat te eten te hebben. En ik vergeet niet één van die uit het dak geschoten mussen…
Zij kennen de wet niet, nee. Maar of het is zoals jullie zeggen: dat ze voorgoed verloren zijn? Dat God hen niet kent? Pas maar op met een theologie waarin God allerlei mensen niet wil kennen. Pas maar op dat jullie niet overkomt wat je anderen toedicht: verwerping!
Pas maar op dat je zélf niet wordt uitgemaakt voor “wetsverkrachters”. Want het oordeel waarmee je oordeelt daarmee zul je nog eens wórden geoordeeld.
Want als je een God construeert die tegen mensen zegt: “ga weg van mij, ik ken jullie niet”, dan zou hij dat toch ook tegen jullie kunnen zeggen? Wie zegt dat jullie vrij te pleiten zijn? In een stormvrije zone je bevinden?
Nou, ga nu maar naar binnen door jullie kleine en krappe deurtje. Je bent uiteraard hartelijk welkom, daar niet van. Maar zij evengoed! En zij zijn “de velen.” En de velen betekenen in de bijbel altijd: de zeer velen. Het is een manier van spreken. Ontelbaar velen.
En let nou op wat Jezus zegt: zíj zullen komen: van Oost en West en van Noord en Zuid en jullie deurtje doet er eigenlijk niet toe. Zij, de velen, komen als het ware gewoon aanwaaien en ze zullen aan tafel genodigd worden in het koninkrijk van God. En tegen de tijd dat jullie je eindelijk door jullie eigen dogmatische deurtje hebben gewurmd zitten zij al lang en breed aan tafel. Want zij werden uitgescholden door de kerkelijke prediking, uitgescholden als: de laatsten. Maar zij zijn: de eersten. En de kerk heeft zichzelf beschouwd als de eerste en voornaamste maar komt juist daardoor het laatst naar binnen.
De kerk heeft (althans sommige stromingen daarbinnen hebben dat vooral gedaan) het binnengaan in het koninkrijk zó moeilijk gemaakt dat ze het zelf haast niet meer lukt. Hadden jullie het deurtje maar niet zo nauw en krap moeten maken…
Toen ik zover was, dacht ik. Leg je dat nou niet teveel erin, in het verhaal? Is dat nou wel goed? Klopt het wel? Is dat niet teveel… alverzoening?
Natuurlijk kun je het zo uitleggen, maar leg je het nu niet teveel uit naar hoe je het zelf ziet? En ik ben dan altijd een beetje benauwd en angstig. Ja niet voor u, want inhoudelijk kan ik alles zeggen hier, als ik maar niet teveel grapjes maak. Maar dat is zelf ook weer een grapje hoor.
Nee, nu even serieus. Alverzoening is in de traditie van de christelijke kerk altijd afgewezen als een zeer ernstige ketterij. Heere Heeresma heeft eens gezegd dat je in de kerk er beter mee weg komt als je een verschrikkelijke vloek laat horen dan dat je te kennen geeft wel iets te zien in alverzoening. Apokatastasis is de term van deze door de christelijke kerk vervloekte ketterij.
Die is niet uit de lucht gegrepen, maar die is gebaseerd op teksten uit de bijbel, zoals in een brief van Paulus aan de Kolossenzen: Oorsprong is hij, (dat is Jezus) eerstgeborene van de doden, om in alles de eerste te zijn: in hem heeft heel de volheid willen wonen en door hem en voor hem alles met zich willen verzoenen, alles op aarde en alles in de hemel, door vrede te brengen met zijn bloed aan het kruis. Daarom zou er in elke kerk volgens mij een kruis te zien moeten zijn. Niet om u duidelijk te maken dat u minderwaardig bent, maar juist omgekeerd opdat u met eigen ogen kunt zien dat u de moeite waard bent. En dat u daar elke week voor kunt komen hier, om dat mee te nemen.
Want God is voor de velen, de zeer velen, de ontelbaar velen door het vuur gegaan. Uit liefde. Ook voor u. Zonder meer, zo zou ik het toch echt willen zien, lieve mensen.
Maar ja, de leidende gedachte in de christelijke theologie is toch, ik weet het, en ik moet dat respecteren, de leidende gedachte is toch nog steeds dat het heil niet voor de velen is weggelegd, maar uitsluitend voor de christenen. Ik…
Nu hebben wij gelukkig een kerkenraad die niet onmiddellijk zal schorsen en afzetten, -een hele opluchting voor een dominee als ik ben- maar ik zit dan wel met zweet in de handen achter mijn pc. En het beste wat je kunt doen, wanneer je je afvraagt of je een tekst goed uitlegt of dat je een tekst onhoudbaar aan het verdraaien bent is: naar andere bijbelteksten kijken. De bijbel zal namelijk zelf beginnen te pruttelen en tegen te stribbelen als je het bij het verkeerde eind hebt.
En dus keek ik eens óm deze tekst heen. Want een pericoop betekent letterlijk van “peri-kopto” -eromheen hakken- dat je een stukje tekst losknipt van de rest en het daar over gaat hebben. Maar je moet eigenlijk geen teksten losknippen, maar je kunt beter: -dat vind ik een mooi woord in dit verband een peri-scoop gebruiken. Eromheen kijken.
Na ons verhaal komt de opmerking die vorige week centraal stond: Jeruzalem, Jeruzalem,* Hoe vaak heb ik je kinderen niet bijeen willen brengen zoals een hen haar kuikens onder haar vleugels hoedt maar je wilde niet…!
God dwingt mensen niet. God nodigt uit.
En dat zou de kerk ook moeten doen, hebben we vorige week gezegd. We moeten de zaak van de kerk veel meer loslaten om het weer een káns te geven.
En nu, nu ik hiermee bezig was, nu zag ik ook wat er aan dit verhaal van vanmorgen vooraf gaat: Twee gelijkenissen. Die we eigenlijk eerst moeten lezen voor we dit gesprek van Jezus tot ons laten doordringen. Twee gelijkenissen. Het koninkrijk van God lijkt op… Dat is een vaste uitdrukking van Jezus. En dat koninkrijk, in het grieks basileia, dat betekent niet: een gebied met een grens eromheen, zoals: het Koninkrijk der Nederlanden. Of: het Koninkrijk België. Maar het betekent meer: het koning zíjn van God. Hoe voltrekt zich het koning zijn van God? Hoe is God koning? Hoe ziet dat eruit?
Dat ziet eruit als een man die een mosterdzaadje neemt en dat in zijn tuin zaait… (Tussen haakjes: moeten we bij “tuin” denken aan de hof van Getshemane? Ik zou het maar doen, als ik u was!) -een mosterdzaadje in de tuin gezaaid en dat wordt een boom en die wordt zo groot dat de vogels van de hemel van noord en zuid en oost en west komen aanvliegen -aanwaaien- en in zijn takken nestelen.
U moet even opletten: er staat niet: uw geloof is als een mosterdzaad. Of moet zijn als een mosterdzaad. Nee, er staat: het koninkrijk van God is als een man die een zaadje plant. Of, andere manier van zeggen: het koninkrijk van God is als een vrouw (tussen haakjes: moeten we bij die vrouw aan Maria denken die het kind Jezus ter wereld heeft gebracht? Ik zou het maar doen als ik u was) -het lijkt op een vrouw die gist neemt en in drie maten meel doet. Drie maten, ik heb eens even gekeken, dat is onwaarschijnlijk veel meel. Kruiwagens vol meel. Dat is niet voor een enkel sneetje wittebrood, maar dat is… “Voor een weeshuis” zeien we in Rotterdam. Onwaarschijnlijk veel meel. Maar dat gist doet onweerstaanbaar zijn werk. En dat is weliswaar niet zo zichtbaar, en zo is het ook met het koninkrijk der hemelen, maar het gebeurt wel degelijk. Het gist, namelijk. Langzaam maar zeker.
En -en nu komt het- álle meel wordt erdoor doordesemd. Niet een hoekje, of een klein deel ervan, het beste deel of zo, nee, álle meel wordt erdoor doordesemd. Alles begint te rijzen. Laten we de Here prijzen.
Lieve mensen. Volgende week vieren we avondmaal. Kom allen op dat feest. Want: hoe meer zielen hoe meer vreugd. En ik zou het fijn vinden als dat kruis er volgende week weer zou mogen staan. Het helpt mij enorm om te blijven bij de kerk van de zaak waarom het gaat en ik ben ervan overtuigd dat het geen versiering is, maar zichtbare verkondiging. Dat je het nodig kunt hebben om Gods liefde met eigen ogen te kunnen zien. Hoe God voor mensen door het vuur ging. Volgende week zal ik het ook met u hebben over wat Jezus zegt, daar aan het kruis. Want dat is zó bijzonder.
Dat zelfs de meest doorgewinterde moderne atheïst het daar koud van zou moeten krijgen…! Of warm natuurlijk!
En dan, na die preek, vieren we samen avondmaal. En aan de tafel van de Heer horen we dan het woord van Jezus: Dit is mijn lichaam. Dit is mijn bloed. En Jezus komt dan in onze straat, in onze steeg, in ons huis.
En hij zal ons dan iets heel intiems zeggen, maar dat maakt ons niet tot een elite, een keurkorps. Nee, het verbindt ons met de wereld. En met God. En met Gods liefde voor de wereld.
Jezus zal zeggen: Dit is mijn lichaam. Dit is het nieuwe verbond in mijn bloed dat vergoten is voor… Wie?
Vergoten voor velen! (Mat 26:28)
Ontelbaar velen. Juist.
Amen