“Het komt erop aan het hopen te leren” (Ernst Bloch)
Ik heb een vriend die zegt: architectuur wint het altijd. Hij is architect. Als je iets wilt, met mensen in een ruimte, iets wilt organiseren, of samen ondernemen dan kun je dat altijd slechts doen binnen de beperkingen die door die ruimte wordt bepaald.
Ben ik duidelijk?
Nou nu heb ik een parallelle theorie in de godsdienst en dat is dat eschatologie het altijd wint. Eschatologie is daarbinnen de leer der laatste dingen. Hoe het in de toekomst gaat aflopen, met de wereld en met de mensen.
Dat is dus waar je op hoopt. En hoop is het thema van deze startzondag.
Waar gaat het heen? Hoe zal het gaan?
Laat ik maar gelijk met de deur in huis vallen: ik denk dat niemand van ons het ermee oneens zal zijn dat toen Jezus kwam, wat mensen weleens noemen: de eerste komst, (het bijzondere is dat het begrip tweede komst niet in de bijbel voorkomt) -maar in elk geval: toen Jezus kwam: ik denk dat niemand het ermee oneens is als ik zeg: Hij was aardig. Hij was goed voor mensen.
En het beeld dat hij gaf van God was liefdevol. Ik moet daarbij denken aan een passage uit het evangelie van Mattheus, die we gelezen hebben, waar Jezus zegt: “Jullie hebben gehoord dat er gezegd is: Gij zult uw naaste liefhebben en uw vijanden zult gij haten, maar ik zeg u: hebt uw vijanden lief en bidt voor wie u vervolgen. Zodat jullie kinderen zullen zijn van je Vader die in de hemel is.”
Vroeger dacht ik dat dat zinnetje, “opdat je kinderen van God de Vader zult zijn” betekende: dat je in de hemel zult komen nadat je dood bent gegaan. Maar nu ik vaker met deze teksten bezig ben denk ik dat Jezus wat anders bedoelt. Dat je in de hemel komt is niet zo’n probleem als weleens wordt verondersteld. Gods genade is een stuk groter dan wij ons kunnen of willen voorstellen.
Maar waar Jezus met zijn opmerking op doelt is: Dat je een aartje naar je vaartje bent. Dat je, als je je vijanden liefhebt, -dat je dan sprekend lijkt op God de Vader, zijn beeld bent, zijn gelijkenis.
“Want”, -zo gaat Jezus dan verder, en legt uit waarom hij dit zo zegt: “God de Vader laat zijn zon opgaan over bozen en goeden en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen.”
Let erop dat er wordt gezegd: zíjn Zon! Dat zegt Jezus niet zomaar. Hij maakte die grote bol met helium en nog zo wat en hij brengt dus zijn warmte en zijn licht bij iedereen, bij goeden en bozen.
“Want indien je liefhebt die jou liefhebben wat levert dat op? Doen ook de tollenaren niet hetzelfde?” En als je nu één groep in de samenleving moest noemen die uitsluitend op zichzelf gericht was dan waren het wel de tollenaren. En zelfs die doen aardig! Soms.
“Als je alleen je medebroeders en zusters groet, wat doe je dan meer dan wat fatsoenlijk is?” Zegt Jezus. Dat doen de heidenen toch ook? De ongelovigen. De volkerenwereld. Daar had God dan toch geen energie in hoeven steken? Als dat tóch al gebeurt?
Dus doe méér dan wat iedereen zo al doet. Wees volmaakt, zoals je hemelse vader volmaakt is. Dat is een gevaarlijk zinnetje. Ouderlingen diakenen… zijn die volmaakt? Of de dominee? Ha! Moeten kerkenraadsleden volmaakt zijn? Foutloos? Maar hoe ziet dat er dan uit?
Lieve mensen, ontspan. Het is maar goed dat dat geen rol speelt. Ooit was dat misschien zo, in de christelijke kerk, maar dat heeft naar mijn idee verwóestend uitgewerkt. En dáár hebben we nu al die vacatures aan te danken, denk ik. Laten we ons lieve afvragen: wát was dat volmaakte van God de Vader dan?
Het soort volmaaktheid dat de vader in de hemel heeft is dat hij liefdevol is tegen goeden en bozen. Dat hij barmhartig is over rechtvaardigen én onrechtvaardigen. Dat is dus een heel bepááld soort volmaaktheid.
In de parallelle tekst van Lucas zegt Jezus: “Wees barmhartig gelijk uw vader barmhartig is”. Dát wordt dus bedoeld met volmaakt! Dat je niet alleen liefde opbrengt voor degene voor wie het niet zo moeilijk is om op te brengen, maar dat je dat ook doet voor diegenen waarbij het minder vanzelfsprekend is.
Menselijk is het dat je goed bent tegen wie goed is en lelijk doet tegen je vijanden. Dat zien we alom. Tot in de hoogste regionen en misschien wel júist daar.
Maar daartegenover stelt Jezus de volmaaktheid van God de Vader en die volmaaktheid is: dat je goed bent voor iedereen.
Ik denk dat niemand van u bezwaar maakt; en dat we allemaal het erover eens zijn dat dat “typisch Jezus” was. Zó was hij! Goed voor Jan en Alleman en Mien en Allevrouw.
Maar nu komen we op het punt dat eschatologie het altijd wint. Zo klikte ik een keer op een preek op internet, een geluidsbestand van een gemeente die mij erg opgewekt en vooruitstrevend voorkwam, vanwege de foto’s op hun website. En uit de speakertjes van mijn PC klonk het: “Jesus is coming back and he’s gonna be riding on a white horse.”
De preek ging over Openbaringen 19. Ik laat er een stukje van horen
-in het Nederlands-
“Jezus komt niet op een ezel deze keer maar op een wit paard en hij heeft een zwaard en hij zal ermee om zich heen slaan links en rechts!”
En de mensen in de kerk hoorde je van: “Hallelujah, Hallelujah, Glory to God!”
En hij zette een tandje bij: “De onrechtvaardigen zullen neervallen naar links en naar rechts en na hem komen paarden met heiligen als ruiters en ook zij zullen links en rechts sláán…”
En toen kwam de voorganger met de toepassing, wat een goede voorganger immers behoort te doen: “En iedereen van u zal óf: op zo’n paard zitten, óf: eronder worden neergeslagen en vertrapt.”
En de gemeente weer: “Hallelujah, Hallelujah,”
Maar ik dacht: wat is dit voor een vreemde prediking? Amerika is gelukkig ver weg. Hoewel? Wat voor eschatologie bepaalt daar de koers van de gemeente? Waar hopen die christenen op? Hoe ziet hun hoop eruit?
Er zijn zelfs mensen, heb ik gemerkt die niet beter weten en die de klok hebben horen luiden zonder te weten waar de klepel hangt en die menen dat hier in De Arke ook zo wordt gepreekt. Door mij, Ha!
Nou, ik zal u vertellen, dat is nu allemaal heet van de naald, eigenlijk, maar als ik een radicale Imam in een moskee dit soort dingen zou horen roepen, over moslims die komen om de ongelovigen met zwaarden te lijf te gaan… -dan zou ik toch denken: dat is misschien toch niet een bijzonder behulpzame en vredestichtende visie. Dat is een hoop die niet veel goeds voortbrengt. Eerder een hoop ellende.
Eschatologie wint altijd, denk ik. Waar je op hoopt, als gemeente, bepaalt hoe je je gedraagt. “Zeg me waar u op hoopt en ik zal zeggen hoe uw eredienst eruit ziet.”
En dan moet je niets voor zoete koek slikken. Want het is helemaal geen zoete koek uiteraard, op die manier gebracht. Want kijken we nu eens even naar dat hoofdstuk, Openbaringen 19, dan zien we dat er een klein detail is weggelaten. Ik lees even wat voor:
11 Ik zag dat de hemel geopend was, en dit zag ik: een wit paard met een ruiter, die ‘Trouw en betrouwbaar’ heet, die een rechtvaardig vonnis velt en een rechtvaardige strijd voert. 12 Zijn ogen waren als een vlammend vuur en op zijn hoofd had hij veel kronen. Er stond een naam op hem geschreven die niemand kende, alleen hijzelf. 13 Hij droeg met bloed doordrenkte kleren. Zijn naam luidde ‘Woord van God’. 14 De hemelse legermacht, gekleed in zuiver, wit linnen, volgde hem op witte paarden. 15 Uit zijn mond komt een scherp zwaard…
Kijk dat is toch een belangrijk detail. Als er staat dat uit zijn mond een scherp zwaard komt zou dat een signaal kúnnen zijn dat dit geïnterpreteerd moet worden als symboliek!
Of zou het echt bedoeld zijn dat hij zo, met het zwaard uit zijn mond,
bovenop dat paard zit en heen en weer zit te schudden met zijn hoofd?
Het kan toch dat er met dat scherpe zwaard dat uit zijn mond komt en waarmee de volkeren en de naties worden geslagen -dat daarmee bedóeld wordt dat zijn boodschap een boodschap is die de valsheid en het geweld aan de kaak stelt? Dat de woorden uit zijn mond pijnlijk licht werpen op de uitbuiting van de armen en het onrecht van politieke systemen en heerschappijen van volkeren?
Eschatologie wint altijd. Waar je op hóópt, bepaalt wat je doet en zegt. En dat gaat ver hoor! Want als je het zo tracteert, zoals mijn collega in Amerika het doet, dan is de eerste komst van Jezus een soort van truc. Dan doet Jezus het vóórkomen alsóf hij een liefdevolle vriend is, die spreekt over vrede en liefde, maar als je zijn woord niet aanvaardt dan komt hij terug om je in elkaar rammen.
De eerste komst van Jezus, om het zo maar te noemen, is dan dus fake en de échte komst, de komst die het verschil gaat maken, de komst die er toe doet, is er één met veel geweld en bloedvergieten.
Maar dat is alleen maar méér van hetzelfde. Het grote doorgaande verhaal van de mensheid is toch dat het geweld van de machtigen het wint van de zwakken? En daar zet God toch iets tegenover?
Jezus liet toch zien dat de liefdevolle en kwetsbare macht van de zwakke: gebed, geduld, volharding, liefde, vergeving, zachtmoedigheid, verzoening en vergeving, dat dát de manier zou zijn waarop God de wereld terecht zou brengen.
Maar is het eind van het liedje dan dat God daartoe niet in staat blijkt te zijn en zich uiteindelijk toch zal bedienen van het geweld waarmee de machtigen altijd hun belangen verdedigen en hun zin doorzetten?
Dan kan ook God dus deze wereld niet herstellen zonder geweld te gebruiken…!?
Misschien is dat waar…
Maar dan zal ik teleurgesteld zijn…
Ik heb het idee dat dat slechte eschatologie is. Ik heb het idee dat onze hoop niet zó ingevuld zou moeten worden. Dat is teveel eschatologie die de machtigen zich in het hoofd halen als enig mogelijke oplossing. Die zien geen andere mogelijkheid. En die zien dat detail, van het zwaard dat uit zijn mond komt, onmiddellijk over het hoofd en geven hem het zwaard in de hand. Ze verwachten namelijk dat God zich zal gedragen zoals zij doen. En dat hij de wereld zal herstellen door gewelddadige overheersing.
Dus de vraag waarvoor we staan is: Was de eerste komst van Jezus wérkelijk een onthulling, een openbaring van hoe God is, of was dat slechts bedrog?
Is het kruis, waaraan Jezus -in zwakheid- zijn liefde volhield tot het bittere eind, de enige echte openbaring van Gods liefde? Of draait God ons daarmee een rad voor ogen? En komt Jezus straks terug en pakt dat kruis aan de bovenkant beet, trekt het uit de grond en begint ermee om zich heen te slaan? Als je het kruis aan de verkeerde kant beetpakt is het immers… een zwaard?
Jezus beroept zich vaak op de profeten. En dan citeert hij. Alsof hij wil zeggen: “Als je in de profetie leest, let dan eens hierop, of neem die en die woorden nou eens serieus” In het evangelie van Mattheus, even verderop in hoofdstuk 12, klinkt de profeet Jesaja.
En vorige keer hebben we het over vertalingen gehad, weet u nog? Hoe je El Sjaddai zou kunnen vertalen, bijvoorbeeld. Kijk nog maar eens op mijn website, daar staat die preek namelijk op.
Nu, nu doet zich ook weer een vertaalkwestietje voor. Maar die is niet zo ingewikkeld. En als je het dóór hebt is het wel heel bemoedigend, wat er dan komt te staan…
In Mattheus 12 staat: ik lees nu even de NBG
17 opdat vervuld zou worden het woord, gesproken door de profeet Jesaja, toen hij zeide: 18 Zie, mijn knecht, die Ik verkoren heb, mijn geliefde, in wie mijn ziel een welbehagen heeft; Ik zal mijn Geest op Hem leggen en Hij zal de heidenen het oordeel verkondigen. 19 Hij zal niet twisten of schreeuwen, en niemand zal op de pleinen zijn stem horen. 20 Het geknakte riet zal Hij niet verbreken en de walmende vlaspit zal Hij niet uitdoven, voordat Hij het oordeel tot overwinning heeft gebracht. 21 En op zijn naam zullen de heidenen hopen.
Dat is een wel heel vreemd citaat, eigenlijk. Hij zal de heidenen, zeg maar even de ongelovigen, de volkerenwereld, de velen, ook wel genoemd, – Hij zal de heidenen het oordeel verkondigen, hij zal het oordeel tot overwinning brengen en dan: op zijn naam zullen diezelfde heidenen hopen… Dat is raar.
Maar als we nu even in Jesaja zélf kijken, dan wordt het anders vertaald, en dan staat er: 2 Hij zal niet schreeuwen noch zijn stem verheffen, noch die op de straat doen horen. 3 Het geknakte riet zal hij niet verbreken en de kwijnende vlaspit zal hij niet uitdoven; naar waarheid zal hij het recht openbaren.
Hoort u? Daar is geen sprake van: oordelen, maar van: het recht openbaren. Mensen zullen tot hun recht komen. Er zal aan hen recht worden gedaan! Ook al hebben ze opgegeven. Zijn ze ongelovig geworden, zijn ze als geknakt riet of slechts nog een rokende vlaspit. Een klein walmend vlammetje… Is er van geloof nauwelijks nog sprake.
Hij zal het geknakte riet niet nog eens breken en dat walmende vlammetje niet doven. Laat staan dat hij het met een zwaard omver zal maaien…
Het woord dat daar staat moet ook niet vertaald worden met oordeel. Het gaat niet om terecht stellen, maar om terecht brengen!
Daarom ben ik blij dat de NBV dat heeft verbeterd. Want nu is het goed, zoals het er nu staat: Nu staat er in Mattheus 12: Zo, doordat Jezus mensen liefhad en genas, zo ging in vervulling wat gezegd is door de profeet Jesaja: (…) 20 Het geknakte riet breekt hij niet af, noch dooft hij de kwijnende vlam, totdat het recht dankzij hem overwint.
Er wordt aan mensen recht gedaan. Niet met geweld, maar met liefde. De hoop van de christelijke gemeente is volgens mij dat deze Jezus, zoals die in het evangelie verschijnt niet een oplichter is met een bedrieglijk beeld van God, die helemaal niet zo zachtaardig is als Jezus veronderstelt.
Dé hoop van de Christelijke gemeente behoort naar mijn idee te zijn dat de zachte krachten het aan het eind zullen winnen. Dat het onrecht aan de kaak wordt gesteld. Door het te benoemen en aan te wijzen. Door te zéggen waar het op staat. Door een wóórd!
Dát zal God doen: Hij zal zéggen hoe de werkelijkheid werkelijk is en hoe die steeds weer wordt verdraaid en verdonkeremaand. Dat onrecht heerst op aarde, en uitbuiting en geweld.
En de slachtoffers daarvan die weten wel dat dat zo is. Die zien dagelijks hun kinderen sterven van de honger. Die hoeft niemand te vertellen dat het niet deugt.
Maar de machthebbers, die weten het altijd weer zo te draaien met een verraderlijke theologie dat God dat zo zou hebben gewild. Machthebbers vinden in de godsdienst altijd weer argumenten om hun handen schoon te wassen.
En de eschatologie die de christelijke gemeente nodig heeft is dat je erop hoopt dat God dat zal duidelijk maken. Hoe het werkelijk is. En dat dat wat er is niet in overeenstemming is met wat Hij wil. En dat degenen die slachtoffers maken dus niet langer op Hem kunnen bouwen of hem voor hun karretje spannen.
En al die kleine en kapotgeslagen mensen dan, die niet meer kúnnen geloven dat aan hun lijden een einde wordt gemaakt…? Jesaja zegt, en het is één van die teksten waarvan Jezus zegt: let dáár nou op, wat dáár staat, we zullen dit seizoen méér van die teksten tegenkomen, -Jesaja zegt: 3 Het geknakte riet zal hij niet verbreken en de kwijnende vlaspit zal hij niet uitdoven; naar waarheid zal hij het recht openbaren.
Ernst Bloch, de Duitse filosoof van Joodse afkomst, die christen geworden is, op latere leeftijd en belijdenis heeft gedaan in de christelijke kerk, die zei het zo: “Het komt erop aan het hopen te leren”.
Ik denk dat we dat alleen kunnen leren van Jezus zelf die tot op het kruis niet van zijn geweldloze weg af te brengen bleek. En zó, als liefdevolle verzoener de échte zoon van God bleek. In álles volledig op God lijkende.
En de Messias die kómt zal zijn zoals Hij was. En niet ánders. Dáár hoop ik op.
Helpen jullie mij om dat niet te laten varen… Dan doe ik omgekeerd hetzelfde.
Want lieve mensen, we zitten vreselijk te hannesen met de vele vacatures. En ik meen dat dat ook weleens een juiste waarneming van gemeenteleden zou kunnen zijn dat het niet zo goed is voor je geloof om in de kerkenraad zitting te nemen. Maar ik geloof dat dat verandert zodra de kerkenraad een plek wordt waar we samen alle energie erin steken om de hoop te leren.
Ik geloof dat het verandert zodra dát onze hartstochtelijkste passie wordt en dat bloemen in de kerk, en kaarsen die al of niet branden en of mensen mogen trouwen, of zich laten overdopen, en functieprofielen met een regeltje teveel of te weinig, -dat dat allemaal héél belangrijk is, maar dat het onze méést hartstochtelijke passie is om: het hopen te leren, samen. Het zou best kunnen zijn dat het dan met het vacatureprobleem steeds meer zal blijken mee te vallen.
Laten we het hopen leren.
Want daar komt het op aan.
Amen.