29 mei 2011

Deze kerkdienst maakte onderdeel uit van het MusicFestivaldDrait2011, een driedaags wijkfestival dat dit jaar voor de tweede keer werd georganiseerd.  Aan deze open kerkdienst, die goed werd bezocht, werkte het A-orkest van Crescendo mee. Renske Meijer las het bijbelgedeelte: Handelingen 1: 4 – 11.
zie: www.musicfestivalddrait.nl

 

Inleiding

21 Mei is ongemerkt voorbij gegaan. Althans in mijn beleving. En nu zit ik met de vraag… is de grote opneming er nu wel geweest of niet? Want als die wél zou hebben plaatsgevonden dan heb ik die dus gemist. Dan ben ik er niet bij. En u ook niet, kan ik u vertellen.

U weet toch wel dat een Amerikaanse dominee -maar ja iedereen mag het woordje “Dominee” naast zijn voordeur spijkeren hoor, dus op zich zegt dat niks- maar zo’n Amerikaans exemplaar van die wereldvreemde soort waartoe ook ik behoor, had voorspeld dat 21 mei de grote opname zou plaatsvinden waarna de wereld zou vergaan.

Dat de wereld nog niet is vergaan dat zie ik wel. Maar die opname, heeft die inmiddels wél plaatsgevonden, dan?

Ik zat 21 mei in mijn tuintje te wachten op de dingen die zouden komen gaan. Het was helder weer, dus ik dacht: ik zit hier eerste rang. En ik maar naar boven kijken, de blauwe hemel afturend, waar de ruimtesloep bleef die de christenen zou escaperen, waarna de wereld aan zijn vreselijk lot zou worden overgelaten… Fraaie gedachte…! Ik durfde op een gegeven moment niet eens meer naar de wc, want ik dacht: je kan toch moeilijk met goed fatsoen met je broek nog op je enkels van die pot getrokken worden, “Mee, snel kom nou mee”, het schip in, dus in dat geval hang je…

Deze week is het hemelvaartsdag. Een heel apart christelijk feest. Maar wel mooi. Zó mooi. Ik dacht dat het goed zou zijn om er met elkaar over na te denken.

Dat hele idee dat Jezus op aarde zou zijn gekomen om de christenen van een escape te voorzien waarna de wereld naar de Filistijnen gaat, is een voor mij volstrekt onaanvaardbaar idee. En voor Jezus ook, is mijn overtuiging. Die wilde nu juist mensen met de aarde en met de mensenwereld verbinden. Omdat het goed moet komen met die wereld. Precies andersom dus. Dus laten we de hemelvaart erin houden. Het mag niet mis gaan met de aarde namelijk.

Preek

Veel mensen denken dat de bijbel een boek is, omdat het er als een boek uitziet. Het is geen boek. Bovendien, wat voor boek zou het dan zijn? Een wetboek, met regels? Zo wordt er weleens tegenaan gekeken. En mee geslagen. Ja, je kunt elkaar ermee om de oren slaan. Moet je nooit aan beginnen. Maar het kan wel, want het gebeurt. En de bijbel kan zich dan niet verdedigen.

De bijbel is meer een bibliotheek. Een bibliotheek vol verschillende boeken, uit verschillende tijden en door verschillende mensen geschreven. En een goede bibliotheek heeft inderdaad meerdere verschillende bronnen zodat jij daarin jouw weg kan vinden.

Het oudste stuk tekst in de bijbel is het boek Exodus. Dat verhaal van Israël kreeg vorm in de Babylonische ballingschap en die was zeg maar even ruwweg 550 voor Christus. De bijbel is dus helemaal niet zo oud, eigenlijk. Toen er bijbelse verhalen werden gevormd bestond er al een heleboel godsdienst. Eigenlijk stond de toenmalige wereld stijf van de godsdienst al ver voordat er een bijbel ontstond. En al die volken vertelden de meest heldhaftige mythen over hun afkomst. De Mesopotamiërs, de Assyrieërs, de Egyptenaren, wat was er allemaal niet? En die oude volken stamden allemaal, naar eigen zeggen dan, af van de goden, en hun voorouders waren helden, godenzonen.

En dan doet het volk Israël ook een boekje open. “Wij hebben niet zo’n bijzonder heldhaftige afkomst, wij zijn weggelopen slaven.” “Pffff, dat méén je niet?” “Jawel, wij zijn gevlucht uit Egypte en wij zijn niet zo stoer en niet zo dapper. Niet echt wat je noemt Braveheart. Maar iets gaf ons de moed om de stap te wagen, “nee” te zeggen tegen het bestaande en op weg te gaan naar iets nieuws waarvan we niet wisten, en eigenlijk nog niet weten, waar dat is, maar wel dát het er is en dat het te bereiken is. Iets gaf ons de moed om “nee” te zeggen tegen slavernij en uitbuiting en op weg te gaan naar een land, een wereld van sjalom.”

En sjalom is een mooi Hebreeuws woord en dat betekent letterlijk…

Als u degene die naast u zit nu eens (voorzichtig!) een arm om de schouder legt. Durft u dat wel? Het is een festival…!

Sjalom betekent letterlijk: omarming. Sjalom is: we zijn samen. We zijn vanmorgen samen opgestaan in één en dezelfde woonwijk. We ademen dezelfde lucht en voor wie het gehoord heeft: de vogels zongen voor ons samen. We zijn samen.

Hij ook, die lummel? ja hij ook.

En zij dan, die zenuwpees? Ja, zij ook.

Zo gaat Jezus ermee om. Die gaat namelijk nog een heel aantal stappen verder, en wil niets weten van godsdienstige krachtpatsers die zich perfect aan allerlei regels houden, want Jezus zag dat dat alleen die mensen lukte die stevig in hun schoenen stonden. Maar als je arm bent en helemaal op je eigen narigheid teruggeworpen, dan struikel je altijd maar weer over alle godsdienstige regels die er zijn. Dus Jezus zei: ik ga verder dan godsdienstige voorschriften. Daar wordt de wereld niet beter van. Een godsdienstige elites gebruiken ze om anderen te veroordelen. Wat Jezus betreft moet het veel radicaler. Sjalom is niet alleen voor de braven en voor degene die zich aan de wet houden, maar het is misschien nog wel meer voor hen die daar niet aan toekomen.

Kinderen bijvoorbeeld, en dat waren in die tijd bijna altijd wezen van wie de ouders in de oorlog met de Romeinen waren omgekomen en die op straat liepen te schooieren en te straatroven.

Straatkinderen, stoephoeren, tollenaren. Ze horen er allemaal bij. En Jezus zei: “Wie mij wil volgen moet leren iedereen in de armen te sluiten.” Dus niet alleen je liefje, of uitsluitend degenen die je toch al wel mocht. Dat is geen kunst. Maar óók degenen tegen wie je wat hebt. Of die wat tegen jou hebben.

Dat is een stuk moeilijker, vertel mij wat, dat is een regelrechte opgave! Maar als we dat niet minstens proberen dan komt er van deze wereld maar weinig terecht. Als je Jezus wil volgen, -en ik ga vanmorgen niet zeggen dat u dat allemaal moet, ik ga u niet onder druk zetten, dat is niet netjes, namelijk- maar wie van zichzelf zegt dat hij Jezus volgt moet dat minstens proberen. Als je het niet wilt proberen, gewoon dagelijks, gewoon in de Drait. Gewoon in een tent die stinkt naar bier. -Als je het niet tenminste een kans geeft dan kun je eigenlijk niet zéggen dat je Jezus volgt.

Bovendien, waarom zou je dat dan zeggen? Waarom zou je dan willen heten naar die joodse man in dat Palestijnse land die met hoeren at en bij tollenaars in huis kwam, -waarom zou je dan zijn naam willen dragen?

Jezus volgen is allesbehalve verplicht. Maar als je zégt dat je dat doet dan moet je je geweten laten spreken en niet laten sussen. Er zijn misschien teveel mensen op de wereld die zéggen Jezus te volgen maar vervolgens elke poging tot sjalom achterwege laten. Dat zou toch kunnen? Omdat ze niet durven of, en dat is erger, omdat ze denken dat het daar niet om gaat, in het christelijk geloof. Dat het om het hogere zou gaan, whatever that may be. En ondertussen de wereld de wereld laten.

Mahatma Ghandi zei eens: ik heb ontzettend veel respect voor Jezus maar heel wat minder voor veel van zijn volgelingen.

Lieve mensen, doordat Jezus het zo opnam voor de randbewoners, de maatschappelijke outcasts, is hij hun held geworden. Hun koning. De koning van mensen in lage staat.

Jezus stierf ook de dood van een outcast. De dood aan het kruis was typisch de dood voor een weggelopen slaaf. Dus ook het evangelie is, net als Exodus, niet een verhaal dat aan het hof van een vorst is ontstaan of in het paleis van een koning, of ergens in een tempel. Maar het is nu juist een verhaal dat vertelt van de verwoesting van de tempel, dat keurslijf van godsdienstige braafheid vermengd met het grote geld.

Jezus zegt: zoek eerst het koninkrijk en zijn gerechtigheid. Dat is een lastige uitspraak van Jezus. Waarom? Omdat de mensen toen net zo in elkaar zaten als u en ik vandaag de dag. Wat was namelijk het grootste punt voor godsdienstige mensen?

De vraag of ze later gered zouden zijn. Behouden. De vraag naar het leven ná dit leven. Het hiernamaals.

Maar voor de rijken en de well-to-do-people was dat vooral een hiernanógmaals. En Jezus heeft daar een broertje dood aan. Sterker: hij gaf zijn leven in het zich verzetten dáártegen. Geen hiernanógmaals waar alles nog eens voortgezet wordt met hooguit wat scherpe randjes eraf geslepen; maar niet wézenlijk anders, niet in de kérn anders.

En dat koninkrijk, waarvan Jezus zegt: zoek dat nou! -dat is niet een stuk land met een grens eromheen en een eigen munt en een politieke leus “vol is vol”, maar dat is een nieuwe manier van leven, een nieuwe, andere manier van met elkaar omgaan, waarbij de ander niet kleiner wordt gemaakt, en zeker geen kopje, maar gróter! En op de been durft te komen.

Dat koninkrijk waar Jezus het over heeft is dáár waar de sjalom wordt beproefd, de omarming. Mensen die Jezus vanaf het begin gevolgd hebben en die het nieuwe testament geschreven hebben, zo ongeveer in de periode 70 tot 100 na het begin van de jaartelling; -die mensen zeggen: wanneer die vijandschap wordt overwonnen, wérkelijk overwonnen, en soms lukt dat, dan komt dat omdat Christus in ons leeft. Zijn Geest in ons is. Dan worden we als het ware ondergedompeld in zijn Geest. Dan zíjn we niet sterk, maar dan erváren we sterkte en kracht. En dat is dan een geschenk. En degene die ons die kracht om dat te doen schénkt noemen we dan: God. Maar dan gaat het wel dáárom, en niet om van alles en nog wat. Want al het andere, daar geloven we dan niet meer in.

Goed, en nu? Aanstaande donderdag is het hemelvaartsdag en het lijkt er dan op alsof de bijbel -met dat hemelvaartsverhaal- uiteindelijk toch wil suggereren dat het erom gaat of wij naar de hemel varen. Oók wij.

Ja, de besten onder ons dan, hè? Want op dat spoor doet zich onmiddellijk de vraag voor: wie wel en wie niet? Wij christenen wel, en wie dan niet? Ach, ach, hoe komt dat toch, dat wij daar toch steeds weer in terecht komen? In die vraag, naar het leven ná dit leven?

Ik denk dat dat komt door onze cultuur. Onze cultuur is er één die ons tot eenlingen reduceert, tot individuen die geld uit moeten geven. Allemaal ons eigen burgerservicenummer vanaf onze geboorte, onze eigen levensverzekering als we wat ouder worden.

Vreemde weddenschap trouwens: “Wedden dat je honderd wordt?” “Nee, hoor, dat haal ik vast niet. Zó oud?” “Tuurlijk haal je dat!” “Nou, ik denk het niet hoor!” “Nou ik denk het wel. Let op” zegt de verzekeraar, Ik zet een pot met geld op tafel je doet mee door maandelijks in te leggen en als je wint, en je gaat inderdaad vroeg dood, dan krijg jij die pot met geld, -nou ja, daar heb je dan in feite niks meer aan maar dan geven we het wel aan je nabestaanden- maar als je verliest incasseren wij alle premie.

Lieve mensen van de Drait, we hebben niet dóór wat een invloed dat heeft op ons levensbesef. Een wedloop met de dood. En wat gebeurt er dán met ons, als we dood gaan? Is er een kind dat kan hoelahoepelen?

(Hoelahoep!!!) Kijk, zo leven wij: dag in dag uit maand in maand uit jaar in jaar uit. Ik ook hoor, dat zit ook in mij. Ik ben geen heilig boontje, ik zit ook vast aan dat levensbesef van onze moderne cultuur. We draaien rond in een kringetje. Ons leven als een kringloop. Totdat de hoepel stil komt te liggen. Dan is het over en uit, en dan, dan stijgen we op naar hemelse sferen. Of niet natuurlijk. Angstaanjagend beeld, vind ik.

De bijbel heeft niet veel op met dat ronddraaien in een kringetje, De bijbel hanteert een heel ander beeld, dat van een weg. Een weg om te gaan. Mensen zijn mensen onderweg.

Help eens! Leggen we een Rode loper uit! Een weg! En we worden geboren en lopen dan méé op die weg, mét andere mensen. En we sterven, maar de mensen trekken verder, op die weg. En die weg gaat van Egypte naar een land dat vloeit van melk en honing. Vloeit. Dat wil dus zeggen dat het voedsel, dat wat de aarde geeft om van te genieten, niet gestold in de handen van enkelingen blijft zitten zodat de rest de moord stikt, nee het zal vloeien, alle kanten op. Waar? Hier op aarde.

Want de typische blikrichting van de bijbel is niet van beneden naar boven maar van boven naar beneden. Ik ben ervan overtuigd dat het zin heeft om te zeggen: “Stel nu dat Jezus meent wat hij zegt. Stel.” Dan leert Jezus ons toch niet bidden: mag ik in uw hemelse koninkrijk komen? Nee, hij leert het precies andersom: “Uw Koninkrijk moet komen, van daar naar hier namelijk en Uw wil moet geschieden, niet alleen in de hemel, maar zo óók op… Aarde!”

Dat kan enthousiaster: “Uw wil moet geschieden zoals in de hemel, zo óók op… Aarde!”

En het laatste bijbelboek is een droom van Johannes, dat is geen toekomstvoorspelling geen routekaart geen script voor een film en zeker niet voor die Left Behind-serie die te populair is, naar mijn idee. Het laatste bijbelboek droomt ervan dat de stad van de sjalom, de stad van de vrede, neerdaalt van boven naar beneden vanuit de hemel naar… de aarde.

Want het zal goed komen met de aarde!!!

Jezus is niet gekomen om christenen te evacueren waarna de aarde en de mensen daarop naar de pomp kunnen lopen. Nee, Jezus is gekomen om een begin te maken met dat koninkrijk, zíjn way of life, een nu alvast oefenen van de wereldwijde sjalom. Het moet ergens beginnen.

Dus het verhaal van hemelvaart vertelt Lukas, om daarmee aan te geven dat de koning van de bedelaars een positie inneemt in de hoogste hoogte. Waarom? Wat bereikt Lukas met zijn verhaal. Hij bereikt ermee dat Jezus vandaar verschijnt als de koning van de wereld. Van boven naar beneden. Van daar naar hier. Dat is de richting waar het om gaat.

Maar vraagt u zich misschien af: Zal hij dan onherkenbaar zijn geworden als een machtige vorst met pracht en praal? Zal hij omgeven zijn door hofhouding en leger en lieden met een oortje zal hij een ongenaakbare hoge maatschappelijke positie bekleden? Zal hij een Achlum-achtige opwachting maken? Nee. De engelen zeggen: precies zoals jullie hem hebben zien opgaan zó zal hij verschijnen. En ze hebben hem zien opgaan als een gekruisigde, als een weggelopen slaaf, als iemand van wie gezegd werd: “Wij hebben nog liever die Barabbas op vrije voeten dan deze gevaarlijke gek.”

En hij zal als Hij komt niet aan ons vragen: “Van welke kerk was je lid?” En ook niet; “Maagdelijke geboorte: eens / beetje eens / weet niet / oneens / geheel oneens?” Dus niet dé koning zal komen om zijn koninkrijk waar te maken -de koning in het algemeen- maar deze bijzondere liefdevolle, maar bespotte en weggehoonde man, die zich vereenzelvigd heeft met kleine en kapotgeslagen mensen, Híj zal komen, om de zaak recht te zetten.

Waar? Hier! Uw wil geschiede gelijk in de hemel alzo óók… op aarde! Want hij, hij zoals hij zich heeft doen kennen, -hij is opgevaren en zit aan de rechterhand van God, hij!

Je hebt een verhaal nodig om de wereld te begrijpen. Feiten heb je niets aan. Echt niet. Feiten zeggen niks. Want feiten zijn altijd: stomme feiten. Je hebt een verhaal nodig, interpretatie. En het ene verhaal is niet beter dan het andere verhaal. En als u nu tegen mij zegt: waarom geloof jij dan in dat bijzondere bijbelse verhaal -van die Jezus- die de plek van de allerhoogste heeft ingenomen om daarvandaan zijn koningschap op aarde te kunnen vestigen zodat het met de wereld goed gaat komen? Waarom geloof jij dat? Dan zeg ik dat ik dat geloof omdat ik daarop hóóp. En dat vind ik helemaal niet raar, overigens. Dat ik geloof waar ik op hoop. Ik bedoel: ik kom eigenlijk nooit mensen tegen die zeggen: “ik geloof zus en zo, maar ik hoop het niet…”

Goed, maar nu? Wat nu als we overlijden voordat het op de wereld vrede wordt? Dat kan. Dat gebeurt. Dat is met vele anderen ook gebeurd en zou ons ook kunnen overkomen. In de bijbel geldt dan, zoals bij Mozes bijvoorbeeld, of bij de Richteren, of de profeten, dat er gezegd wordt: dat dat koninkrijk komt is belangrijker dan dat ik er deel van uitmaak. Een beetje à la wat mensen zeggen van de Drachtster Vaart. Dat die vaart er komt is belangrijker dan dat ik er persoonlijk mijn hengeltje in kan hangen.

Een rabbijn vertelde eens: Er waren dagen die er waren en jij was er nog niet. Dat was de eeuwigheid. De eeuwigheid is niet een hoeveelheid tijd die zo sacherijnig is om nooit meer op te houden in de bijbel is het: de dagen die er waren en jij was er nog niet. Zo kunnen er ook dagen komen die er zijn en jij bent er niet meer. Ook dat is de eeuwigheid. En God is van eeuwigheid tot eeuwigheid. Dus die dagen zijn van God en dan is het goed want God is goed. Over de dagen die er waren en jij was er nog niet heb je geen bange herinneringen. Want die waren bij God. Dus goed. Nou, om precies die reden hoef je ook geen bange vermoedens te hebben over de dagen die er kunnen komen en jij bent er niet meer. God is van eeuwigheid tot eeuwigheid en jij bent er vandaag.

Zo’n bijbelse toekomstdroom heeft namelijk effect op vandaag. En het gáát om vandaag. Gisteren is van gisteren. Is er geweest dus. En morgen moet nog komen dat is nog niks. Vandaag is de dag waarop wij leven. Wij samen. En het hele bijbelse verhaal wil ons helpen om er vandaag iets van te maken. Een sjalombegin. Een vrede-aanvang.

En wat nu begint zal gaan groeien maar het belangrijkste is dat het ergens begint anders groeit er niks. En dat kan vandaag en daarna gaat het… Crescendo!

AMEN

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.