Het is een eeuwenoud gebruik dat een goede Paaspreek hoort te beginnen met een mopje. Dat gebruik heette met een deftige term Risus Paschalis en heeft zeker tot in de 18e eeuw bestaan. Priesters probeerden gemeenteleden op Pasen aan het lachen te krijgen om te laten merken dat Pasen echt een feest is. Daar komt ook de gewoonte vandaan om elkaar een “vrolijk Pasen” toe te wensen, vanwege die grappen in de Paaspreken.
Afgelopen zondag vertelde ik er ook een. De dominee kwam langs een groep tieners die op het grasveld voor de kerk zat en bleef staan om te vragen wat ze aan het doen waren. ‘Niets bijzonders, dominee’, antwoordde een jongen. ‘We kijken alleen wie de grootste leugen over zijn seksleven kan vertellen.’ ‘Jongens toch, jongens toch!’ sprak hij gedragen. ‘Ik ben diep geschokt. Toen ik zo oud was als jullie, dacht ik niet eens aan seks.’ Waarop ze min of meer in koor antwoorden: ‘U wint, dominee!’
Ja en dat is dan een mopje hè? Dat u niks verkeerds van mij gaat denken!
Pasen lijkt een lief feest, met lammetjes in de wei, en paashaasjes; eitjes. Vooral die haas met die eitjes voor zijn buik, in zo’n mandje, vind ik heel liefelijk. Erotisch haast. Om niet te zeggen: je reinste seks.
Maar in de bijbel is het allemaal niet zo liefelijk. Dat is lastig. Want dan lijkt het alsof ik, als predikant, een spelbreker ben. Het leuke, lieve paasverhaal verstoren door er iets grimmigs van te maken, iets weerbarstigs. Iets opstandigs. Het is toch feest? Alles bleek uiteindelijk alsnog dik in orde: Jezus leek te bezwijken, zijn dood leek een ramp, maar kijk nou toch eens: hij is helemaal niet dood! Ach zo zie je maar weer: valt het allemaal toch weer reuze mee. Jezus leeft en alles is okay!
Het bijbelse verhaal laat echter een ánder geluid horen. God pikt het niet. Dat is naar mijn idee de boodschap van Pasen. De dood van Jezus die eigenlijk een moord was, na een duister proces dat zich vooral ‘s nachts afspeelde inclusief een cynische gevangenruil met Bar Abbas, -de dood van Jezus is verschrikkelijk en dat laat God niet op zich zitten. Pasen als protest, als verzet. Vaders verzet. Tegen wat zijn kind overkomt.
Ik hoop dat ik kan duidelijk maken hoe spannend dat hele paasgebeuren in de bijbel is. En van een heel andere orde dan een feest van de Paashaas. Met eitjes, als een teken van vruchtbaarheid. Dat is een eitje al: een vruchtbaarheidssymbool en zéker als je daar een haas of een konijn nadrukkelijk tegenop laat rijden. Zo’n bunny. Bij de konijnen af wordt het dan. Vruchtbaarheid 2.0…
Ik wil er -in de kantlijn- nog een opmerking bíj maken: Er is naar mijn gevoel een klimaat van scepsis dat ervoor gezorgd heeft dat het de laatste tweehonderd jaar uit de mode of zelfs gênant was om te opperen dat Jezus’ opstanding echt gebeurd zou zijn. Er bestaat naar mijn gevoel een soort intellectuele greep naar de macht waarmee de Verlichting, een Europese manier van denken, veel mensen ervan overtuigd heeft “dat wij tegenwoordig weten dat dode mensen niet weer levend worden”. Alsof dit geen bevestiging was van wat mensen als Homerus en Aeschylus allang wisten.
En dat is op zich niet zo erg, maar daar onmiddellijk aan vast zit de boodschap van diezelfde Verlichting, dat we nu eindelijk volwassen geworden zijn, en dat God wel de deur uitgezet kan worden. Dat we dus met de wereld kunnen doen wat we willen om er ons voordeel mee te doen zonder dat er van buitenaf ingegrepen wordt.
En zo lijkt de Verlichting vooruitstrevend en modern maar heeft een heel bedenkelijke kant. Ga maar na: Wie waren het eigenlijk die niet wilden dat de doden weer levend worden? Dat waren de machthebbers, de sociale en intellectuele tirannen en dwingelanden; De Caesars met hun hoftheologen.
Er komt een scene voor in het toneelstuk “Salome” van Oscar Wilde waarin aan koning Herodes wordt bekend gemaakt dat Jezus van Nazareth de doden opwekt. “Ik wil niet dat hij dat doet,” reageert Herodes. “Ik verbied hem om dat te doen. Ik sta niet toe dat iemand de doden opwekt. Vind deze man en zeg hem dat ik hem verbied om de doden op te wekken.” Dat is het gebries van een tiran die weet dat zijn macht bedreigd wordt. Eigenlijk is dat dezelfde opgewondenheid als van de politici die de wereld naar hun hand willen zetten om er zelf beter van te worden. Het is echter ook een beetje de teneur van de opvattingen en meningen van sommige intellectuele tradities die met hen meegelift zijn.
Zo bezien is het Paasfeest van oorsprong een tamelijk opstandig feest, waarbij slachtoffers van de Caesar lijken te willen zeggen: “u mag ons allemaal over de kling halen, de strot afsnijden, in brand steken, voor de leeuwen werpen, maar op een goede dag zullen de graven van al die omgebrachten openbreken en zullen zij uit hun graf opstaan en zal de u als Caesar oog in oog komen te staan met de duizenden die u hebt afgeslacht. Bereidt u zich maar vast voor op die dag. En slaap maar zacht, meneer de president, ha ha!
Wie al te snel zegt dat dat natuurlijk allemaal onzin is, heeft geen idee van de subversieve kracht van deze overtuiging. Die heeft waarschijnlijk wel een leuk Pasen gehad, met prachtig weer, maar een vrolijk Pasen is wellicht toch nog iets heel ánders…
Ha. Vertel mij wat!