10 april 2016 (Kom aan Boord, week 2)

Eitje?

We zijn nu bij de tweede zondag van ons project Kom aan Boord.
In het logo is veel water zichtbaar. En een reddingsboei. Dat water is alle zondagen aan de orde en doordeweeks in de kleine groepen.

Water speelt in de bijbel een heel speciale rol. Water staat daar altijd voor dood en ondergang. Voor zwart en koud en diep en onbereikbaar en nooit meer gevonden kunnen worden. Dat was in het verhaal van Noach vorige week heel duidelijk.

Maar ook vandaag speelt het een belangrijke rol en volgende week bij het verhaal van Jona ook.

De zee is als een graf. Ontij heerst daar in het rond. Dus dat geeft wel wat reliëf aan ons project. Het heeft met dood en leven te maken.

“Kom aan Boord…!” Is zo al, als je weet wat de zee is, wat voor rol de zee speelt in de bijbel, een prachtige titel. Maar er zit nog een andere laag in die titel. Een missionair aspect, zal ik maar zeggen. “Kom aan Boord”, als uitnodiging om mee te doen met de gemeente. Onze wijkgemeente.

Maar we zullen het project lang nodig hebben om na te denken over de vraag: waaróm zouden mensen er goed aan doen om aan boord te komen? En ik verzeker u: hoe béter we dat door hebben, hoe mooier we de titel van ons project zullen gaan vinden.

Want één van de meest elementaire wetten die er bestaan, als het gaat over gemeente-zijn, luidt: je kunt nooit anderen op een positieve, enthousiaste manier ergens brengen waar je niet zelf op een positieve, enthousiaste manier graag bent.

Ergens op een bord voor een pub in Belfast stond een intrigerende tekst: It may be hard for an egg to turn into a bird; it would be a jolly sight harder for it to learn to fly while remaining an egg. We are like eggs at present. And you cannot go on indefinitely being just an ordinary, decent egg. We must be hatched or go bad.

Het is nog niet zo simpel voor een ei om te veranderen in een vogel. Het zou nog een flink stuk moeilijker zijn, voor een ei, om te leren vliegen en ondertussen toch een ei te blijven. Wij zijn als eieren, welbeschouwd. En we komen er niet mee weg een keurig net eitje te blijven. We zullen moeten worden uitgebroed of anders… -daar helpt geen moedertjelief aan- dan worden we bedorven eieren.

Uitgebroed…

Vorige week hebben we het Noach-verhaal gelezen vanuit de brief van Petrus. Vandaag gaat het over de wonderbare visvangst en over Jezus die zegt: ik zal je visser van mensen maken. Maar dan moeten we er even dieper in duiken, zeg maar, in het verhaal. Want op het eerste gezicht ziet dat er niet zo fijn uit: vissen die uit zee gevist zijn en op een grote hoop, op het droge, al stikkend naar adem liggen te happen. Zijn zij niet beter af in het water?

Straks zal u duidelijk zijn dat er iets heel anders aan de hand is… Vandaag kijken we naar Petrus zelf. Of beter: naar een kort gesprekje tussen Petrus en Jezus en naar het moment waarop dat gesprekje plaatsvindt. Want dat maakt heel veel, zo niet álles uit!

Wat is het verhaal? Jezus gaat in een bootje op zee zitten en dan staat er dat hij de leerlingen onderwijst. Jezus zit op zee en onderwijst de schare. Dat is, zou je kunnen zeggen: aanschouwelijk onderwijs. Want wij als lezers zouden ons kunnen afvragen: is hier niet iets weggevallen? Ik zal u de tekst nog een keer laten horen dan valt u vast op hoe vreemd dit is: “Hij leerde de schare van het schip uit. Toen hij opgehouden had met spreken…” Wat ontbreekt hier? Tja… Wat was dat onderricht dan? Je zou toch zeggen: als de tekst niet vermeldt wat Jezus hier onderwijst wat worden we er dan wijzer van?

Het is met Jezus niet als met de gemiddelde dominee. Als je vroeger stiekem gespijbeld had van de kerkdienst en je vader vroeg daarop door, en stelde de vraag: “Waar had de dominee het dan over?” dan kon je veilig zeggen: “O, hij had het over de zonde.” En als je vader zich daar dan niet mee liet… afschepen, en meer wilde weten: “En vertel me dan eens: wat zei de dominee daar over?” Dan kon je opnieuw, veilig en afdoende, antwoorden met: “O, daar was hij op tegen.”

Het is vreemd dat er niet staat wat hier de inhoud van het onderricht van Jezus was… Tot je door krijgt wat Lukas aan het doen is! Lukas schildert een tafereel, waarbij Jezus onderwijs geeft door te bewegen, door zich ergens heen te bewegen, door te handelen, door te doen. Aanschouwelijk onderwijs dus.

Het onderwijs van Jezus gaat altijd over: de Messias, en over de komst van het Messiaanse rijk en de sjalom. Over dood en leven. Maar Lukas schrijft niet wat Jezus met woorden heeft gezegd. Blijkbaar bedoelt Lukas: dat wat je Jezus ziet dóen zegt meer dan de woorden die hij uitsprak. De mensen zijn in nood. De wereld is bevangen door angst voor de dood. Angst voor de dood is het, wat mensen tot slavernij verdoemt. Zo zegt de schrijver van de Hebreeënbrief het. Angst voor de dood houdt de wereld in een wurgende greep.

Het is echt niet zo makkelijk om een gemeente van Jezus Christus te zijn, waar je op-ademt en bevrijd word van angst en onzekerheid en depressie. De wereld om je heen maakt je al snel angstig en onzeker en depressief. Maar we ontkennen dat we depressief zijn en doen gemaakt vrolijk. En vinden de kerk dan al snel een sombermannengedoe.

Links en rechts worden terroristen van straat geplukt.

Een Nederlander blaast zich op in Damascus en maakt vijftig dodelijke slachtoffers.

Nabestaanden van ongericht dodelijk geweld in Alphen aan de Rijn en ook onze vorige predikanten Herma Kamphuis en Meindert Burema hebben de regering van ons land vijf jaar geleden horen beloven: Jullie staan niet alleen. We zullen niet wegkijken, we zijn er voor jullie. Maar zij, de slachtoffers, hebben daarna niets meer vernomen.

De grenzen voor vluchtelingen zijn gesloten met kilometers prikkeldraadversperring.

De rijkste Nederlanders, die het dus het makkelijkst zouden kunnen doen, weigeren te betalen voor goed onderwijs en helpende gezondheidszorg. En zij besteden hun teveel aan poen liever aan zichzelf door het weg te sluizen naar verre oorden.

Ondertussen kun je in een restaurant zitten, waarbij de kogels je om de oren vliegen omdat volwassen kerels graag op een motorfiets rond-tuffen over ‘s Heren wegen en daartoe een clubje vormen: “Hells Angels” en “Mongols”. What’s in a name?

Jezus onderwijst. Zittend op de zee. Zijn leerstoel staat met de poten in de zee. De dood. De chaos. De diepte van de duisternis.

Maar dan gaat het aanschouwelijk onderwijs van Jezus verder: Hoe reageren mensen op wat Hij aankondigt? Hoe reageren mensen op zijn oproep om in beweging te komen? Dat maakt hij nu zichtbaar. Hoe reageren bijvoorbeeld zijn volgelingen? Hoe reageren degenen die met hem omgaan, die met hem eten en drinken? Die voor hem door het vuur zeggen te gaan? De leerlingen. De gemeente. Hoe reageert de gemeente?

De gemeente die, anders dan de wereld, zou moeten opstaan uit de somberheid en het geklaag en ruimte maken voor hoop en vertrouwen. Die niet bij de pakken neer zou moeten gaan zitten. Aanschouwelijk onderwijs dus: hoe reageert de gemeente?

Ja, dat begint al met dat zinnetje: “De hele nacht hebben wij hard gewerkt en niets gevangen. Maar omdat u het zegt zal ik de netten uitzetten”. Daar zit al iets in van: Het zal allemaal wel, maar ik moet het eerst nog zien. Voor ik het geloof. En zodra er een zo grote hoeveelheid vis is binnengehaald dat de netten dreigen te scheuren en ze zelfs hulp van ándere schepen nodig hebben…

Andere kerken? Denk ik dan… Weet u, dat is nu even tussendoor. Destijds hadden we gemeente-projecten van Saddleback Church. Weet u dat nog? 40 Doelgerichte Dagen. Doelgericht Leven. En ik had heel graag dat daaropvolgende project willen doen: Peace, heet dat. Rick Warren was een Southern Baptist predikant. Is hij vast nog. Wel iets heel anders dan een PKN-voorganger zoals ik. Want Southern Baptists zijn denk ik de meest conservatieve christenen ter wereld. Maar daarom vond ik het zo ongelooflijk boeiend om te zien hoe Rick Warren zich in die wereld bewoog. Hij kwam met zijn Peace-project. Een wereldwijd project dat gericht was op de wereld waarin we leven. Hij zei: de wereld wordt in de greep gehouden door reuzen. Armoede; Honger; Ziekte; Gebrek aan onderwijs; Corruptie… En er is geen multinationale onderneming die daar iets aan doet. Geen regering. De Verenigde Naties niet. Goede Doelen niet. Maar er is wel een wereldwijd leger. Zo preekte hij er toen over en dat hebben we hier weleens bekeken. De christelijke kerk is namelijk overal. Niet PKN, of Baptist. Maar christelijk. Tot in de verste dorpen in Afrika en Azië. Coca Cola is daar en Apple, maar ook de gemeente van Christus.

En de gemeente moet overal ter wereld samenwerken met de ‘man of peace’, zoals Rick Warren die noemde. De ‘man of peace’ kan heel goed een vrouw zijn. Of een groepje mensen. In elk dorp waar ook ter wereld zijn er mensen die niet bij de pakken neer gaan zitten maar die de handen uit de mouwen steken voor rechtvaardigheid, liefde, vrede. Met die mensen moet je samenwerken, als leerling van Jezus. Die ‘man of peace’ is wellicht moslim of hindoe of hangt een natuurreligie aan. Maar dat is niet van belang. Je moet met hem of haar samenwerken ten behoeve van de aarde en de mensen die daarop wonen. Rick Warren heeft hier in zijn eigen context veel problemen mee op de hals gehaald. Want andere Southern Baptists zeiden: moslims en hindoe’s en ongelovigen en voor-ouder-vereerders, daar moet je niet mee samenwerken, ben je nou helemaal belatafeld! Die moet je bestrijden!

En westerse christenen zeggen vaak: Ja, Warren probeert uiteindelijk alleen maar zieltjes te winnen. Dat laatste zou kunnen. Ik denk het niet, maar het zou kunnen. Trouwens… doen wij als PKN dat dan niet…?

Ach lieve mensen. Soms denk ik weleens dat dat toch eigenlijk de meest elementaire knoop is waar je op kunt stuiten: Betekent geloof dat je mensen met een ander geloof moet bestrijden? Of maakt dat wat je gelooft niet uit en gaat het om de vrede in de wereld? En wat je daaraan doet. Samen met anderen. Met wie je in Christus bent samengebracht.

En is dát wat Paulus noemt: verzoening door het kruis? Spannende vraag!

Ik moest er even aan denken toen ik in onze tekst las dat de leerlingen van Jezus “andere schepen” nodig hadden om te helpen de vissen binnen boord te brengen. Maar dan? Dan dat gesprekje van Petrus en Jezus: Petrus zegt, en hij zegt het nu, op dit moment, nu hij ziet hoeveel vis er is binnengehaald waarvan hij eerst zei: we hebben de hele nacht… Nu hij ziet wat er is gebeurd, en daar -en dat is het punt- hogelijk verbáásd over is… Nu hij vol verbazing ziet wat er werkelijk is gebeurd, nu zegt hij: “Ga weg van mij Heer, want ik ben een zondig mens”. Ga weg van mij, want ik zag het niet zitten toen u ons opriep om te handelen. Ik was lamlendig. Ik ging niet enthousiast staan. Ik bleef somber-mannend zitten in mijn wereld vol twijfel en angst en depressie… Toen u zei: “Kom laten we”, kwam ik niet. Ik ben een zondig mens die niet overeind komt wanneer de Heer zegt: “Kom overeind”.

En dan zegt Jezus niet: Hoepel nou ook maar op, maar hij zegt: Nu je inziet dat dát de zonde is, dat je niet overeind komt als de Heer zegt: Kom! We gaan aan de slag, dat je dan denkt: ik moet het eerst nog zien… Nu je inziet dat dát zonde is, de lamlendigheid van de kerk… Nu je inziet dat het zou kunnen dat je vol verbazing toe moet kijken als anderen de vis helpen binnenhalen… Nu kun je pas echt mensen vangen!

Mensen redden uit hun angst voor de dood, hun somberheid, hun depressie…

Van de dood gered worden. Van de gedachten die tot verstikkende slavernij leiden gered worden. Somber. Gedachten in doodse verwachtingen gedrenkt. Zoals het geslacht van Noach meende dat alles onvermijdelijk moest uitlopen op een catastrofe. Dat de dood altijd een gevolg is van de gebrokenheid van de zonde dus. Dat zonde onvermijdelijk leidt tot de eeuwige dood. En dat dat een ijzeren wetmatigheid is.

Maar als er één sterft zonder zonde dan is het ineens niet meer zo wetmatig… Dan blijkt dat verband niet zo verduiveld in elkaar te zitten als het lijkt. Dan is het ineens geen doem meer en zeker geen verdoemend principe.

En vanmorgen leren we dat zonde iets heel ánders is: namelijk dat je blijft denken dat het allemaal zo weinig zin heeft. Ook niet als de Heer zelf het zegt. Dat je dan nóg blijft denken, of zelfs hardop uitspreken: “Ik moet het nog zien, maar we hebben de hele nacht hard gewerkt en het levert allemaal nul komma nul op”.

Lieve mensen. We vieren zo meteen avondmaal. En spreken daarbij uit dat de dood van Jezus, die stierf zonder zonde, -dat die ons verzoent met God en met de mensen op deze wereld. Zo kunnen we volgelingen van Jezus worden door op te staan en niet te blijven hangen in leegte en gemis. Maar te gaan staan in hartelijke bewogenheid.

En mensen te bevrijden die op hun beurt hangen in leegte en gemis en daarin ten onder dreigen te gaan.

En nu het geheim van de christelijke gemeente. Rick Warren zou zeggen: “Yes! Yes, but how?” Zal ik u het bijbelse geheim laten horen? Gaan we even terug naar het bord voor de kroeg in Belfast. Het is nog niet zo simpel voor een ei om te veranderen in een vogel. Het zou nog een flink stuk moeilijker zijn, voor een ei, om te leren vliegen en ondertussen toch een ei te blijven. Wij zijn als eieren, welbeschouwd. En we komen er niet mee weg een keurig net eitje te blijven. We zullen moeten worden uitgebroed of anders… -daar helpt geen moedertjelief aan- dan worden we rotte eieren.

Uitgebroed… Wie zal dat doen?

Moet u horen. En als u dat eenmaal hoort, kunt u avondmaal vieren, zal ik u zeggen: Hoe begint de bijbel? De bijbel begint zo: Eerst een motto: In beginsel is God de schepper van hemel en aarde. En dan gaat het verhaal van start. De aarde nu, deed zich aan de profeet voor als: woest en ledig. Tohoe wabohoe, in het hebreeuws. Tohoe wabohoe… Brrr.

Links en rechts worden terroristen opgepakt. Mensen blazen zich op op drukke plaatsen. De mensen die het kunnen betalen…

Nou ja, ik hoef dat niet te herhalen. Wij weten verduveld goed hoe de aarde zich voordoet. Maar dan. Let nu goed op wat er gebeurt in de Heilige Tekst: De aarde doet zich voor als tohoe wabohoe, anders gezegd: duisternis op de watervloed. Erger kán het niet. Duisternis. Watervloed… Maar: de Geest van God zweefde over de wateren, staat er in de meeste vertalingen.

Als u thuis de Statenvertaling met kanttekeningen hebt dan kunt u zien dat er niet een woord voor ‘zweven’ staat, maar een woord voor broeden! Wat doet de geest? Broeden! Zoals een moeder-vogel, met haar veren over haar eieren gespreid, gaat zitten broeden. Omdat er iets levends uit moet komen!

Vindt u dat niet schitterend?

Heilige Geest, kom aan boord!

Amen

 

ook te beluisteren als mp3